Artikel

‘Onze jongeren verdienen het om meer gekoesterd te worden.’

Jongeren ervaren te veel druk, te weinig échte interesse in hoe het met ze gaat en ze kampen met hoge verwachtingen, van anderen en henzelf. Dat bleek de uitkomst van de pizzasessie die Buitenkans voor de zomer onder leerlingen van verschillende VO-scholen in Den Haag organiseerde. Frederieke Vriends is directeur van stichting MIND Us, dé landelijke partij die zich inzet voor meer kennis, samenwerking en werkzame initiatieven rondom de mentale gezondheid van jongeren. Zij onderschrijft het geluid dat Haagse jongeren laten horen, en plaatst het in een breder, alarmerend perspectief. ‘Nee, het gaat niet goed. En we moeten inzien dat dat een maatschappelijk probleem is.’

welbevinden
Projectleider
Monique Kuik

 

Op 13 oktober schuift Frederieke Vriends aan als tafelgast tijdens onze Livecast Welbevinden Tijdens de livecast gaan verschillende experts én (ervarings-)deskundigen uit de praktijk met elkaar in gesprek. Over hoe het ervoor staat met het welbevinden van jongeren. En over het belang van de ontwikkeling van een preventieve aanpak, sámen met jongeren en hun ouders, en over de centrale rol die school hierin kan spelen. Meekijken naar de livecast? Meld je hier aan. Meepraten tijdens de livecast? Stuur een mail naar coco.jansen@yolk.nl.

Frederieke Vriends

Frederieke: ‘Nationaal en internationaal onderzoek legt bloot dat er sinds 20 jaar een daling te zien is in het mentale welzijn onder jongeren wereldwijd. Een belangrijke, recent gepubliceerde studie – het Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) rapport – toont aan dat er met name onder meisjes een ongekende daling in welbevinden te zien is. Dat is een alarmerende ontwikkeling, waar niet maar één oorzaak voor aan te wijzen is. Wat duidelijk is, is dat de druk op jongeren enorm is toegenomen. Het leven is een stuk gejaagder en zogenaamd maakbaarder geworden. Door de toename van het individualisme is er weinig ruimte om te falen. De wezenlijke rol van mazzel wordt praktisch uitgevlakt – als je het niet maakt dan is dat je eigen schuld. Daar komt bij dat jongeren van hun ouders – die zijn opgegroeid in economische welvaart, in politieke rust en met minder sociale en technologische complexiteit – nauwelijks nog copingstrategieën leren om met die drukkende omstandigheden om te gaan. De exacte relaties tussen al deze zaken moet nog gelegd worden, maar er is aantoonbaar sprake van méér eetstoornissen, meer stress en depressie, meer zelfmutilatie, meer angst en paniek en meer suïcide onder jongeren. Niet alleen in het Westen overigens, maar wereldwijd.’

Het effect van corona

‘De jaren tussen pakweg je 15e en 25e zijn cruciaal voor de vorming van je identiteit. Een stevige basis vanuit huis is nog steeds belangrijk, maar de rol van peers – leeftijdsgenoten waaraan je je kunt spiegelen, is essentieel in die verkenningstocht naar wie je bent. Van die wezenlijke voorwaarde voor welzijn, zijn jongeren tijdens corona afgesloten geweest. Met het wegvallen van veel sociale interactie viel bovendien ook het positief corrigerende vermogen van zo’n groep peers weg: normaal kunnen je vrienden je helpen bij het relativeren van zaken, of bij meer begrip, maar nu belandden jongeren soms eindeloos in een fuik aan negatieve gedachten en emoties. Dus nee, ik ben geen voorstander geweest van het sluiten van de scholen tijdens de crisis. Ik denk ook dat die beslissingen twee belangrijke zaken blootlegt. In de eerste plaats: dat geestelijk welzijn makkelijker over het hoofd wordt gezien of gemarginaliseerd dan fysiek welzijn. En ook: dat de functie van scholen te smal wordt gedefinieerd. Jongeren hebben zich niet alleen cognitief te ontwikkelen, maar júist ook sociaal en emotioneel – dat zijn lessen die minstens zo belangrijk zijn in het leven. We zijn al zo enorm hoog opgeleid hier in Nederland; als dit ten koste gaat van onze mentale gezondheid dan moeten we inzien dat we die prestatielat misschien maar wat naar beneden moeten bijstellen.’

De rol van school

‘De wereld is zoveel complexer geworden. Denk aan de aanhoudende aanwezigheid van telefoons met camera’s overal, wat dat betekent voor je vrijheid om te bewegen, om te dansen, om eens ruzie te maken of je als een idioot te gedragen. Ook jongeren zelf geven aan handvatten nodig te hebben om grip te krijgen op die complexe omgeving waarin ze leven. Ze kijken daarvoor ook naar de volwassenen in hun leven – en dat maakt docenten en mentoren belangrijke rolmodellen en steunfiguren. Veel jongeren geven terug dat wanneer ze nu de stap naar zo’n steunfiguur maken, ze ervaren dat hun verhaal te snel geproblematiseerd of gemedicaliseerd wordt. Terwijl: ze willen vaak gewoon dat iemand luistert – dat iemand er even voor ze is en vanuit eigen ervaring herkenning en geruststelling biedt. Ik geloof daarom dat het belangrijk is dat je als school ook uitdraagt en bespreekt dat het normaal is om je soms rot te voelen. Dat iedereen bagage met zich meedraagt en soms even spaak loopt. En dat je op school tijd en ruimte reserveert om leerlingen samen in gesprek te laten gaan over mentale gezondheid en het belang daarvan. Veel jongeren en docenten weten eigenlijk maar weinig van elkaar. Door persoonlijke ervaringen met mentale problemen bespreekbaar te maken, zie je dat jongeren veel meer voor elkaar willen zorgen, dat ze in lastige tijden echt om elkaar heen willen staan. Je zorgt voor een sfeer van bespreekbaarheid en empathie. En die sfeer werkt in goede zin door op iedereen die op school werkt en leert.

Hoopvol zijn

‘What doesn’t kill you makes you stronger? Nee, daar geloof ik niet in. 75% van de mentale problemen bij volwassenen ontstaat vóór het 25e levensjaar. De littekens die jongeren nu oplopen zijn dus niet zonder gevolgen. Wat we gelukkig zien: jongeren willen zélf hun welzijn graag aanpakken – en ze durven zich godzijdank ook uit te spreken. Bovendien: er komt schaarste aan op de markt, ze hébben ook wat eisen. Aan ons de taak daarmee aan de slag te gaan. En die wil is er gelukkig ook, dat zie ik. Wat ons als experts, scholen, wetenschappers en overheid te doen staat is samen actief zoeken naar de beste oplossing, en daarbij steeds bij jongeren te blijven toetsen: is dit de goede weg? Want één ding is helder: het dalende welzijn onder jongeren is geen zorgkwestie en geen jeugdzorg-issue - het is een maatschappelijk probleem. Alleen als we samenwerken en breed kijken, krijgen we wat gedaan. En daar is het tijd voor ja. Onze jongeren verdienen het echt om meer gekoesterd te worden.’ 

 

 

 

Lees meer

Links en documenten die dit onderwerp beter helpen begrijpen.