Artikel

‘Onbevooroordeeld luisteren. Dát is belangrijk.’

Vóór corona waren ouders al lastig te betrekken bij het reilen en zeilen op school, en sinds de pandemie merken veel VO-scholen dat het contact met ouders – broodnodig voor het optimaliseren van onderwijs en zorg rondom leerlingen – simpelweg verdwenen is. Problematisch, vindt Arianne van der Meer, maar zéker niet onoplosbaar. ‘Goede communicatie is het allerbelangrijkste – en dan niet alleen als er rottigheid is.’

Passen en meten
Projectleider
Mariska Overgaag

Arianne is gespecialiseerd in het optimaliseren van ouderpartnerschap op scholen: ‘Dat ouders essentieel zijn voor meer welbevinden en meer aanwezigheid van leerlingen, dat weten we al langer- je kunt als school de meest ingenieuze ideeën bedenken, maar als je het thuisfront niet meekrijgt dan mis je veel oogst. Maar: hóe die ouders te betrekken – dat kan voor scholen een flinke puzzel zijn. Wat ik adviseer de eerste stap te laten zijn? Dat is het onderstrepen van het gedeelde belang, namelijk een gelukkig kind dat zich goed ontwikkeld.

Effectief communiceren

Met ouders in gesprek gaan over dat gedeelde doel, daar kan het al gemakkelijk fout gaan, weet Arianne: ‘Sla als school niet de plank mis door te denken dat je weet wat ouders denken, kunnen of willen. Goede samenwerking begint bij wederzijdse interesse, bij als school uitleggen hoe de routes lopen, wat de regels en behoeften zijn, welke extra’s welkom zijn, en óók door heel goed naar ouders te luisteren wat hun ideeën, hun drempels en meningen zijn – en daar dus ook voldoende gelegenheid voor te creëren. Een klankbordgroep, zoals ik die nu ook op de school waar ik werk geïntroduceerd heb, kan daar een goed middel voor zijn. Mijn eerste vraag richting ouders was: ik wil jullie graag horen, welke dag en tijd en manier zou voor jullie prettig zijn? In welke setting werkt dat het beste en welke frequentie is gewenst? Het bleek toen dat een vast moment eigenlijk helemaal niet werkte voor veel ouders, en dat flexibele data een betere optie waren - waarbij ouders die niet aanwezig kunnen zijn wél altijd per mail hun inbreng kunnen meegeven en daar ook een terugkoppeling van krijgen. Dat is iets dat je misschien van tevoren niet zou bedenken, maar het werkt – de klankbordgroep groeit en komt geregeld samen. Het loont dus echt als je de wensen van de school ook goed afstemt op de mogelijkheden van de ouders.’

Opstandig of ondergesneeuwd

Over een paar maanden rond Arianne haar project op school af – en de bedoeling is dat de school het ouderpartnerschap vanaf dat moment zelf blijft stimuleren. Ze is benieuwd hoe dat zal gaan, óók omdat ze vermoed dat haar positie als externe partij – iemand die tussen de ouders en de school instaat – tot haar voordeel werkt. Toch heeft ze er vertrouwen in dat de ouders hun betrokkenheid willen vasthouden, intensiveren zelfs. ‘Ik benadruk het nog een keer – het belangrijkste is het dat ouders voelen dat ze een stem hebben, en dat die serieus genomen wordt. Bij alle grote besluiten, bij alle grote veranderingen – en dat levert uiteindelijk alle betrokken partijen voordeel op. Hoe vinden jullie dat de communicatie is geweest de afgelopen 3 maanden, vroeg ik tijdens de eerste klankbordgroep aan de ouders. Ik wil het sneller weten als mijn kind uit de klas wordt gezet zodat ik er ’s avonds aan tafel meteen iets aan kan verbinden, zei de één. Ik wil weten of mijn kind in de klas net zo opstandig of ondergesneeuwd raakt als binnen ons gezin, zeiden anderen. Ik wil maar zeggen: de persoonlijke details verschillen, maar de algemene behoefte onder ouders is gelijk aan die van de school: kortere lijntjes met de mentor, en betrokkenheid bij het leerproces. Echt: aan de welwillendheid ligt het niet. En je hebt die ouders als school keihard nodig om het beste resultaat te halen.’

Meer participatie in 5 stappen

  1. Denk na over de beste communicatiemethode: e-mail is nu het meest voor de hand liggend, maar er zijn ook andere (betere) middelen beschikbaar zoals apps.

  2. Onderstreep het gezamenlijk belang. Laat als school duidelijk merken dat je het partnerschap met de ouders omarmt.

  3. Organiseer regelmatig een bijeenkomst. Dat kan voor positief contact zijn – zoals het bekijken van een project waar leerlingen aan gewerkt hebben. Dat kan een uitnodiging zijn om mee te denken over zaken – in de vorm van een klankbordgroep. Of het kan een educatief uitgangspunt hebben – in de vorm van een themabijeenkomst. Communiceer dat de aanwezigheid van zoveel mogelijk ouders gewenst is. Kunnen ouders er niet zijn? Bied dan een alternatieve mogelijkheid om ze mee te laten praten of denken.

  4. Blijf samenwerking zoeken vanuit een positieve en waarderende invalshoek: ouders zijn eigenlijk nooit níet betrokken – het ontbreekt alleen vaak aan kennis van de routes. Probeer naast de ouders te gaan staan en uit te zoeken wat ze nodig hebben voor meer verbinding met de school.

  5. Pas de frequentie aan de behoeften aan. Zijn er veel veranderingen op school? Dan voer je de contactmomenten op. Ga uit van minstens 4 contactmomenten per jaar.

 

Aan dit artikel werkten mee Arianne van der Meer (Schoolformaat) en Mariska Overgaag (project Buitenkans).